Door Tim Verherstraeten

Tim Verherstraeten, 26 jaar, is medeoprichter van het kunstenaarstijdschrift TIM magazine 

Om de vraag naar mijn droom voor het museum te kunnen beantwoorden wil ik eerst de volgende vraag stellen: ‘Aan wie behoort een museum toe?' Mijn voorgangers in deze rubriek gaven hier al verschillende antwoorden op. Stuk voor stuk sterke betogen voor inclusie, diversiteit en toegankelijkheid. Het staat buiten kijf dat het museum ten dienste staat van onze samenleving at large, en dat het elke laag of aspect hiervan hoort aan te spreken en te faciliteren om haar functie te vervullen. En hoewel dit één voor één belangrijke aspecten zijn van het goed functioneren van een museum vraag ik me af: ‘Hoe zit het dan met de kunstenaars?’ Welke rol vervult de kunstenaar in de constructie die wij kennen als ‘het museum’? 

Een museum houdt ons een spiegel voor die niet alleen een bepaalde tijdsgeest weergeeft, het belicht ook ons huidige politieke klimaat — al dan niet in retrospect. Het is dus een plek waar niet enkel objecten tentoon staan: ook de verschillende belangen waar het museum als gebouw symbool voor kan staan worden er geëxposeerd. Het zou je verbazen hoeveel je te weten kan komen over de interne werking van een museum, enkel aan de hand van de museumshop.

Ik weet dat jij, beste lezer, net zoals ik waarschijnlijk een devotee van kunst — en kunstenaars — bent. Je vindt het net als ik schandalig dat onze beleidsmakers het maatschappelijk belang van deze discipline nog steeds niet naar waarde schatten, wat het recent goedgekeurde Kunstendecreet enkel maar bevestigde. Ik droom van een samenleving waar kunstenaars centraal staan, en in mijn droom schiet het museum hier te hulp. 

Ik maak het onderscheid tussen kunst en kunstenaars, omdat beiden heel anders ontvangen worden. Een van de functies van het museum is zorg dragen voor de kunstwerken, maar doet het dat ook voor de makers ervan? Is het museum dan echt een plaats waar kunst naartoe gaat om te sterven, zoals al zo vaak verkondigd werd? Ik geloof absoluut in het tegenovergestelde. Het concept ‘museum’ berust op een fantastische traditie, waardoor het van oudsher bijdraagt aan het legitimeren van kunst voor een groter publiek. Een beweging die het ook zou kunnen maken voor de perceptie van kunstenaars, door hen een actieve rol toe te kennen in de organisatie van het museum, in plaats van te focussen op het resultaat van hun artistieke productie.   

Dus, liefste museum, laat de stemmen van kunstenaars weer klinken in je gangen en gooi je deuren voor hen open. Ik droom van grootse kunstenaars, kleine makers, kunstenaars zoveel als er oppervlakte is en zolang de voorraad strekt. Draag evenveel zorg voor hen als voor de schatten die je huist. Geef hen altijd een eerlijke vergoeding en laat hen weer aan het woord in alles wat je doet. Steek je handen voor hun uit de mouwen en de rest zal snel je voorbeeld volgen. De kunstenaarsorganisatie NICC verkondigde het al tijdens hun termijn als Lodger in het M HKA, maar ik herhaal het graag: ‘Zonder kunstenaars, geen kunst.’

Gratis museummagazine ontvangen?

Abonneer je op Zaal Z