Een belangrijk onderdeel van de verbouwing omvatte het bouwen van nieuwe museumzalen binnen de muren van het historische museum. Dankzij deze inbreiding wint het museum 40% extra ruimte om de collectie te tonen. Wat zullen we in de nieuwe zalen tonen? Lees het in dit artikel.

Plaatsgebrek

Het museum, dat in 1890 opende, kampt al tegen 1910 met plaatsgebrek door de groei van de collectie en een nieuwe visie op presenteren. Dat wordt aangepakt in de jaren ’20. De lange doorlopende galerijen op de benedenverdieping en de binnentuinen worden opgebouwd tot tentoonstellingszalen.

Na de verbouwing van 1925-1926 blijven achtereenvolgende museumdirecteuren een actief aankoopbeleid voeren. Bovendien mag het museum vaak (grote) schenkingen ontvangen. We moeten er geen tekening bij maken. Hoewel elke museumverdieping zo ongeveer een voetbalveld groot is, blijft plaatsgebrek één van de belangrijkste pijnpunten. Door hedendaagse zalen binnenin het museum bouwen, vergroot KAAN Architecten nu de tentoonstellingsruimte met de broodnodige 40%.

Breukjaar 1880

Achter de schermen denken curatoren, collectiebeheerders en publiekswerkers na hoe we de collectie kunnen verdelen over de historische en nieuwe zalen. De museumverzameling vertoont een breuklijn in 1880. Dat is een mooi vertrekpunt.

Kunst van na 1880 is expressief, abstract of conceptueel. Kunstenaars tonen niet hoe bijvoorbeeld een koe eruit ziet, ze kiezen wat de essentie van een koe voor hen is. Dat kan afhankelijk van de stijl en het temperament van de kunstenaar een heel ander aspect zijn. De kunstenaars verlaten de verhalende kunst van voor 1880, de kunst met goden, koningen en edelen in de hoofdrol. Kunst draagt niet meer bij tot een religieus gevoel of houdt geen spiegel voor die je leidt tot de juiste morele keuzes. Kunstenaars werken steeds minder in opdracht van pausen, vorsten of rijke burgers. Ze maken werk voor specifieke tentoonstellingen of salons.

Zaal Licht
De man in de stoel - Henri De Braekeleer
16 september - René Magritte, © Succession René Magritte - SABAM Belgium, 2021
Aanbidding door de herders - Jacob Jordaens I

Drie thema’s

Al snel is het duidelijk: deze eigenzinnige kunst met haar vele opeenvolgende stijlen en bewegingen past het best in de hagelwitte zalen die KAAN Architecten ontwierp. We bundelen deze nieuwe kunst in drie grote thema’s: kleur, vorm en licht. In elk van de kunstwerken die in de zalen Licht, Vorm en Kleur komen domineert één van die aspecten. In zaal Licht baadt Man in de stoel van Henri De Braekeleer zo in een stroom van zacht daglicht terwijl 16 september van Magritte het mysterieuze maanlicht toont. Compositie van Jozef Peeters is een representatief schilderij voor zaal Vorm en de vibrerende Grote zon van Otto Piene doet de noemer ‘kleur’ alle eer aan.

De kracht van kleur bij Otto Piene…
... in het krachtige kader van zaal Kleur.

Waren alleen kunstenaars van na 1880 bezig met kleur, licht of vorm? Natuurlijk niet. Door hier en daar een oude meester toe te voegen aan de presentatie kleuren we buiten de lijntjes van ons eigen concept. Maar bewijzen we dat kunstenaars doorheen de tijden vaak worstelden met dezelfde vragen zoals: hoe kan zo goed mogelijk weergeven wat ik in mijn verbeelding zie? Zo maakte Henri Changenet van zijn Bewening van Christus uit de vroege 16de eeuw een waar vormenspel. En bouwde Jacob Jordaens zijn compositie voor Aanbidding door de herders op rond een onzichtbare maar allesbepalende lichtbron. Beide werken komen dus respectievelijk in zalen Vorm en Licht. Het omgekeerde doen we ook in de zalen die gewijd zijn aan de oude meesters.

Compositie van Jozef Peeters, een vanzelfsprekende vertegenwoordiger van vormen
Henri Changenet was er eeuwen eerder ook al mee bezig, op een andere manier.

James Ensor en Rik Wouters

James Ensor is voor de KMSKA-collectie de schakel tussen de kunst van voor 1880 en die van erna. Hij evolueerde zelf van meer anekdotische schilderijen naar wildere experimenten. Bovendien hebben we de grootste verzameling Ensors ter wereld. Ensor krijgt dus verdiend eigen zalen voor zijn werk in de nieuwe volumes.

Ook de vele werken van Rik Wouters verenigen we grotendeels op dezelfde plek. Een ruime selectie van schilderijen en beelden brengen we samen tussen de zalen Kleur en Vorm.

Hier komt het werk van Rik Wouters
Vrouw in het wit - Rik Wouters

Meer modern dan klassiek

Voor de verbouwing voedde onze museumtempel de perceptie dat het museum eentje was van voornamelijk oude meesters. Doen we een telling van onze collectie blijkt echter niets minder waar te zijn. 22% van de kunstwerken in onze collectie is gemaakt vóór 1800. Het merendeel van de museumverzameling is dus geschilderd, getekend, gebeeldhouwd in de 19de (36%) en 20ste eeuw (42%). In de nieuwe zalen kunnen we eindelijk deze vitale pijler van onze verzameling in volle glorie tonen. De zalen vullen is ook voor ons spannend. Ze bestonden immers niet voor de verbouwing. Hoe zullen de kunstwerken gedijen in deze omgeving?

Volg het mee vanop de eerste rij via deze website, onze sociale media of de nieuwsbrief.