Emma Lambotte wil als jonge vrouw breken met het keurslijf dat vrouwen krijgen aangemeten. Ze publiceert gedichten, boeken en kunstkritiek. Dat is niet voldoende. Als ze het werk van Ensor ziet in een tijdschrift, herkent ze in hem een soulmate. Een vriendschap is geboren. Brieven gaan heen en weer. Emma koopt 20 werken bij Ensor. Zo ondersteunt ze Ensor, én kan ze zichzelf profileren. Hoe dan? We vroegen het Ulrike Müller. Zij kent de wereld van de kunstverzamelaars uit de 19de en vroege 20ste eeuw als geen ander.

Wie was Emma Lambotte?

Ulrike Müller: “Emma wordt in 1876 geboren in Luik. Ze is de dochter van Edouard Protin, een drukker-ondernemer. Daarmee groeit ze op in de schoot van een welvarend burgerlijk gezin. Opleiding was belangrijk voor de Protins, dus Emma kreeg les in de beste privéscholen. Dat was niet vanzelfsprekend voor vrouwen in die tijd. Vanwege haar artistieke aanleg, mag ze ook privéles volgen aan de Luikse academie. Op haar 19de trouwt Emma met Albin Lambotte, een arts. Ze verhuizen naar Antwerpen, waar Albin aan de slag kan als hoofdchirurg in het Stuyvenbergziekenhuis. Emma en Albin betrekken een statige woning in de Louizastraat, vlakbij de net gebouwde Nationale Bank.”

Bevalt het haar in Antwerpen?

Ulrike Müller: “Emma belandt in de conservatieve medische wereld van Antwerpen. In een brief aan James Ensor beschrijft ze het typische gezelschap op één van de societydiners - chique etentjes met belangrijke gasten - bij haar thuis als “een groep oude grijze mannen met hun al even grijze echtgenoten.” Ze had liever Ensor mee aan tafel gehad, om toch met een gelijkgezinde te kunnen praten, gaat de brief verder. Doordat een zelfportret van Ensor een prominente plek in de eetkamer heeft, kan ze tijdens het diner toch naar de kunstenaar kijken. En zich met hem verbonden voelen. Ze heeft meer affiniteit met kunstenaars dan met de high society.”

"Dankzij Ensor voelt Emma het minder dat ze als vrouw lager geplaatst is in de maatschappij. "
Ulrike Müller

Wat doet Emma om de tijd te verdrijven?

Ulrike Müller: “Ze schrijft. We kennen haar vandaag vooral als schrijver van poëzie, boeken, kunstkritiek. Wel onder een pseudoniem. En ze verzamelt kunst. Ze gaat zich volledig identificeren met haar collectie. Daarbij kiest ze werken die niet overeenstemmen met de smaak van de Antwerpse burgerij, vaak hedendaagse werken. Dat weten we uit foto’s en Emma’s briefwisseling, want er is geen inventaris van haar kunstcollectie bekend.”

Echte vriendschap

Wanneer ontmoet ze Ensor?

Ulrike Müller: “In 1904. Bij Ensor vindt ze wat ze mist bij de Antwerpse burgerij: echte vriendschap. Ze schrijft hem dat ze het erg waardeert dat hij haar meer als een kameraad behandelt. Dankzij Ensor voelt Emma het minder dat ze als vrouw lager geplaatst is in de maatschappij.”

Hoe verloopt de relatie met Ensor?

Ulrike Müller: “Emma is helemaal weg van Ensors werken. Zijn onconventionele stijl triggert haar smaak en haar vernieuwende visie op kunst. Door Ensor te steunen, ook als kunstcriticus, weet Emma haar artistieke idealen te etaleren."

"Omgekeerd haalt ook Ensor zijn voordeel uit de vriendschap. Dat Emma werken bij hem koopt, als klant, is een legitimatie van zijn talent. De lovende recensies die Emma schrijft over Ensors werk voor tijdschriften en kranten helpen Ensors faam te vestigen.”

Welke werken koopt Emma bij Ensor?

Ulrike Müller: “Toch vooral de meer omstreden werken, zoals De oestereetster. Voor haar zijn dat de werken die Ensor het meeste typeren, en de beste manier om hem in zijn eigenheid te bevestigen. Bovendien zijn ze een manier om zich te distantiëren van de Antwerpse bourgeoisie." 

"Ze zoekt de kantjes wel op. Dat kan ze zich permitteren, want haar familie is in Luik gebleven. Ze kan niemand in verlegenheid brengen met haar eigenaardige smaak. Mogelijk krijgt ze wel steun van haar echtgenoot.”

James Ensor de oestereetster na reiniging
De oestereetster - James Ensor, KMSKA

Overweldigend statement

Waar hangen de werken die Emma bij Ensor koopt?

Ulrike Müller: “Emma hangt haar Ensors op strategische plekken in haar huis. Net als vele andere vrouwen van haar klasse geeft ze salons waarvoor ze schrijvers, musici en kunstenaars uitnodigt. Vrouwen zetten in op een uitgekiende interieurinrichting. Dat geldt in die periode als een typisch vrouwelijk tijdverdrijf. Door salons en societydiners te houden, komt dat interieur toch in de semipublieke sfeer. Net zoals veel andere verzamelaars gebruikt Emma haar interieur om haar eigen identiteit kenbaar te maken bij haar peers. Zo hebben de Lambottes meubels en behang in de nieuwste art nouveaustijl."

Essentieel in het interieur - De eetkamer in het huist van Emma en Albin Lambotte in Antwerpen met centraal De Oestereetster van James Ensor, foto ca. 1911, KMSKB, Brussel/AHKB inv. No. 91677/2

De werken van Ensor zijn essentieel in Emma’s interieur. In haar monumentale hal hangt ze Stilleven met chinoiserieën. Een statement, want bezoekers krijgen het meteen te zien als ze het huis betreden. Dichtbij creëert zij haar eigen stillevens met Aziatische prenten, borden, veren, vazen en beeldjes. Maar ze gaat nog een stap verder. In dezelfde hal hangt ze Adam en Eva uit het paradijs verjaagd. Dat is een choquerend werk, dat lang niet iedereen kan appreciëren. Ze schrijft Ensor over het overweldigende effect dat het schilderij heeft op de hele hal.”

Topwerken uit de collectie Lambotte - Adam en Eva uit het paradijs verjaagd
Stilleven met chinoiserieën

Koopt Emma zelfstandig kunstwerken bij Ensor of kopen de Lambottes de werken gezamenlijk?

Ulrike Müller: “Uit brieven blijkt dat Emma de werken uitkiest bij Ensor. Ensor correspondeert alleen met Emma, maar beschrijft het koppel wel als zijn vrienden. Albin staat ook gekend als kunstliefhebber, maar heeft als drukbezette arts allicht minder tijd om in de collectie te investeren. Als dankbetuiging voor Emma’s steun, schenkt Ensor haar zijn Zelfportret met maskers.”

Wederzijdse invloed

Had Emma een invloed op de carrière van Ensor?

Ulrike Müller: “Emma koopt uiteindelijk 20 schilderijen bij Ensor, en heeft daarmee de grootste Ensorcollectie in haar tijd. En zoals gezegd, schrijft ze over Ensors werk. Bovenal introduceert ze Ensor bij de Antwerpse kunstverzamelaar en mecenas François Franck. Als bezieler van de vooruitstrevende kunstkring Kunst van het Heden neemt hij Ensor op in het tentoonstellingscircuit, waardoor zijn bekendheid en aanzien groeit. Zo kan Ensor in 1910 in Rotterdam tentoonstellen."

"Meer verzamelaars en musea, zoals het KMSKA, beginnen zijn werken te kopen. Kunst van het Heden organiseert in 1921 zelfs een Ensorretrospectieve in Antwerpen. Emma is als enige vrouw lid van het tentoonstellingscomité en geeft veertien werken uit haar eigen collectie in bruikleen. Doordat ze net minder voor de hand liggende schilderijen in haar collectie had, drukt ze zo haar stempel op die tentoonstelling.”

Portret van Emma Lambotte - James Ensor, 1907, privécollectie (detail)

Had Ensor omgekeerd invloed op de artistieke carrière van Emma?

Ulrike Müller: “Als jonge vrouw schildert Emma wel, maar daar lagen haar ambities niet. Er is van haar enkel nog een interieurschilderij bewaard. Op dat schilderij zien we haar bureau met daarboven Ensors Zelfportret met maskers – een demonstratie van de inspiratie die Emma uit het werk van de kunstenaar haalt."

"Haar passie gaat veel meer uit naar het schrijverschap. Als auteur kan ze haar opinies uitdragen. Ze wil vernieuwend zijn, zich emanciperen, als vrouw een stem hebben. Dat lukt haar beter als mecenas en schrijver, dan als schilder. Ze is heel goed in de rol die ze zichzelf toebedeelt."

"Haar hele leven lang blijft ze zichzelf verbinden met Ensor. Ze blijft lezingen geven, schrijft haar memoires in teken van hun vriendschap. Zelfs op 85-jarige leeftijd, net voor haar dood, werkt ze nog aan een boek, Ensor, que j’ai connu.”

Emma en Albin verkopen in 1927 zes werken van Ensor aan het KMSKA, waaronder De oestereetster en Adam en Eva uit het paradijs verjaagd. Het is niet duidelijk waarom. Mogelijk is hun nieuwe woonst in Wilrijk te klein, of is het economisch een goed moment.

Ulrike Müller is onderzoeker in het Museum Mayer van den Bergh en postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen (Centrum voor Stadsgeschiedenis).