Interview door Wenke Mast

Portretfoto door Diego Franssens

‘Al mijn werken ontstaan als grafiek. Mijn ontwerpen maak ik rechtstreeks op ets. Het zijn de blueprints voor mijn schilderijen. Daarnaast maak ik grote collages van houtsnedes die ik combineer met gravures en structuurafdrukken. Ik heb voor mezelf een uniek procedé ontwikkeld waardoor ik monumentaal kan werken met grafiek. Vaak maak ik van een schilderij ook een versie als houtsnede, en andersom. Ik heb die afwisseling nodig. Als ik een tijd geschilderd heb, is het goed dat ik mij op grafiek kan richten. En als ik zoveel houtsnedes gemaakt heb dat mijn arm er bijna afvalt, krijg ik weer zin om te schilderen.’

Je hebt aan de academie schilderkunst gestudeerd. Grafiek heb je jezelf eigen gemaakt.

Het Frans Masereel Centrum (een ontmoetingsplaats voor grafische kunstenaars, wm) had me uitgenodigd voor een residentie. Ik heb toen letterlijk het bos rondom het centrum afgedrukt: boomschorsen ingeïnkt, takken onder de etspers gelegd… Van al die afdrukken heb ik grote collages gemaakt waarmee ik dat bos gereconstrueerd heb. Zo kreeg ik de smaak te pakken. Vervolgens ben ik houtsnedes beginnen te maken. Ik vond het interessant dat ik nog niet té handig was in die techniek. Ik wist alleen dat wat je wegsnijdt wit wordt en wat je laat staan zwart. Ik moest terug mijn weg zoeken, opnieuw een gevecht voeren. Ondertussen doe ik het alweer zo lang dat ik er even handig in ben geworden als in het schilderen. In beide technieken is mijn handschrift iets anders, maar wel even sterk.’

Pelgrims - Tom Liekens, 2020, collage van houtsnede en monotype, foto: Diego Franssens

Hondenjaren

Jouw najaar staat in het teken van grafiek. Wat mogen we verwachten van de expo’s in oktober en november?

MONO in het Jakob Smits Museum gaat over kunstenaars die met grafiek unieke werken – geen edities dus – creëren. Hedendaagse kunstenaars gaan in confrontatie met het grafische werk van Jakob Smits en zijn tijdgenoten. Er zal werk te zien zijn van mezelf en van Fred Bervoets, maar ook van Floris Jespers en zelfs een ets van Ensor. Voor de tentoonstelling Dog Years Galerie De Zwarte Panter heb ik het voorbije jaar veel houtsnedes gemaakt. Allemaal figuren met een hondenkop. De mensen van het Eén-programma Iedereen Beroemd hadden me gevraagd om een antwoord te formuleren op een paneel van Het Lam Gods. Ik heb gekozen voor het luik met De pelgrims en de figuur van de heilige Christoffel. Die werd in de middeleeuwen vaak voorgesteld als hond. Dat heb ik in mijn antwoord verwerkt: een pelgrimachtige figuur met een hondenkop. Vervolgens is dat idee een eigen leven beginnen te leiden.’

 

"Kunstenaars als Frans Snijders en Jan Fyt projecteerden menselijke eigenschappen op de dieren die ze schilderden. "
Tom Liekens

De mens-natuurverhouding is een belangrijk thema in je werk.

‘Ik ben erg gefascineerd door hoe planten, dieren, landschappen… worden voorgesteld in de kunstgeschiedenis. Bijvoorbeeld door barokke dierenschilders, zoals Frans Snijders en Jan Fyt. Zij projecteerden menselijke eigenschappen op de dieren die ze schilderden. Zo konden ze angst, jaloezie en boosheid uitdrukken en ons via dieren iets vertellen over de mens. Ik probeer dat ook met die hondenkoppen. Geen kitsch die je associeert met slechte schilderijen over kaartspelende honden. Mijn honden hebben een specifieke, menselijke uitdrukking.’

In de viswinkel - Frans Snijders, KMSKA

Verwoede jager

Het thema ‘mens versus natuur’ is vaak voer voor discussie. Zijn we deel van de natuur of staan we er los van?

‘Charles Darwin heeft ons het belangrijke inzicht gegeven dat we geen omlaaggevallen engelen maar omhooggevallen apen zijn. We hebben meer gemeen met andere dieren dan we willen toegeven. We worden gedreven door instincten: angsten, agressie, verlangens… Onze relatie tot andere dieren zou dus inderdaad beter geformuleerd kunnen worden. Ik heb zelf een ambigue relatie met dit thema. Ik heb thuis een Wunderkammer ingericht. Als je er rondloopt, zou je kunnen denken dat ik een verwoede jager ben. Dat is niet zo. Ik ben tegen de jacht maar ik heb wel trofeeën hangen van dieren die ik niet zelf geschoten heb. Jacht is een terugkerend thema in mijn werk. Omdat het al heel lang een belangrijk thema is in de kunstgeschiedenis. Van Altamira tot een eind in de 19de eeuw heeft het heel veel goede werken opgeleverd. Dat geldt trouwens ook voor religie. Ik ben niet gelovig, maar ik kan niet ontkennen dat religie voor fantastische kunst heeft gezorgd.’

"Ik ben tegen jacht, maar toch is het een terugkerend thema in mijn werk. Omdat het al heel lang een belangrijk thema is in de kunstgeschiedenis. Van Altamira tot een eind in de 19de eeuw heeft het heel veel goede werken opgeleverd. "
Tom Liekens

Wat was er eerst: de fascinatie voor de natuur of de liefde voor de kunst?

‘Mijn vader was leraar chemie en biologie. Ook hij heeft thuis een kleine Wunderkammer ingericht. Mijn ouders namen mijn zus en mij vaak mee naar natuurhistorische musea en dierentuinen. Maar ik ben ook echt heel vroeg beginnen te tekenen en schilderen. Die twee interesses hebben altijd gelijk gelopen. Nu vallen ze samen in mijn werk.’

Je had dus net zo goed wetenschapper kunnen worden als kunstenaar?

‘Dat was ooit mijn ambitie. Maar ik ben er al snel achter gekomen dat dat meer inhoudt dan met een verrekijker rondlopen en naar dieren kijken. Ik heb netjes mijn middelbare opleiding wiskunde-wetenschappen afgemaakt en ben daarna naar de academie gegaan.’

Nature Morte - Tom Liekens, 2012, olie en acryl op doek, foto: Diego Franssens

Overdaad

Dat brengt ons bij je inspiratiebronnen. Frans Snijders en Jan Fyt noemde je al.

‘Als je van dieren en planten en hun verhouding tot de mens houdt, dan kom je bij die twee kunstenaars uit. Snijders is zo’n meesterlijke schilder. Het is bijna niet te geloven hoe goed hij is. De complexiteit van zijn composities, de overdaad. Er is zoveel te zien en te beleven. Dat probeer ik in mijn werk ook na te streven. Van zijn schilderij In de viswinkel heb ik een eigen versie gemaakt: Nature Morte. Ik heb een aantal vissen letterlijk uit dat werk geplukt en ze op een berg gegooid. Je herkent ook die zeehond en al die krabben. Omdat ik de context van de markt heb weggenomen, krijgt het iets bevreemdends.’

Zijn er nog andere kunstenaars uit onze collectie die je kunnen inspireren?

‘Ik herinner me dat ik vroeger uren voor De oestereetster heb gezeten, een enorm knap schilderij. Qua verf blijft dat boeien. Veel werken van Ensor blijven overeind. Je voelt dat iemand dat gemaakt heeft. Bij Snijders lijkt het soms zo bovenmenselijk goed. Vermeer heeft dat helemaal. Je ziet dat werk en je kan je niet inbeelden dat iemand dat ooit geschilderd heeft. Alsof het er gewoon ineens was. Bij Ensor voel je hoe hij gewroet heeft. Niet elk stukje is even handig gedaan, maar binnen het werk klopt het helemaal.’

‘Ook De laatste dag van Alechinsky, zijn laatste werk in olieverf, vind ik fantastisch. Was dat trouwens geen hommage aan Ensor?’

De oestereetster - James Ensor
De laatste dag - Pierre Alechinsky

Zijn er ook generatiegenoten die jou kunnen inspireren?

‘Ik kan veel kunstenaars noemen: Nadia Naveau, Nick Andrews… Ik voel me absoluut verwant met Caroline Coolen, een fantastische beeldhouwster. Ze is net als ik erg geïnteresseerd in natuur, cultuur en kunstgeschiedenis. De gesprekken die ik met haar heb zijn altijd inspirerend.’

MONO, Come up and see my prints liep van 25 oktober 2020 tot en met 10 januari 2021 in het Jakob Smits Museum in Mol. 

Dog Years liep van 21 november 2020 tot 17 januari 2021 in Galerie De Zwarte Panter

 

Dit gesprek verscheen eerder in het herfstnummer van ons museummagazine ZAAL Z. 

Gratis museummagazine ontvangen?

Abonneer je op Zaal Z